Hardlopen: van 1 minuut naar 5 kilometer

Toen ik in februari begon met hardlopen kon ik net één minuut hardlopen zonder dat ik het gevoel kreeg dat ik moest overgeven of stikken, of beide tegelijk. En dan weer twee minuten lopen met een hoofd als een tomaat en een brandend gevoel in mijn voormalige rokerslongen tot ik “next interval.. one minute.. steady!” door mijn oordopjes hoorde. Rond het vierde intervalpiepje wilde ik hardop “bitch please” terug zeggen maar daar was ik dan al te veel buiten adem voor.

hardlopen als een baas

Tussen nu en februari zit naast een verschil van zeven maanden ook een significant verschil wat betreft mijn conditieniveau. Vorige week woensdag, de 53e keer dat ik met hardloopschoenen buiten stond, was namelijk de dag dat ik vijf kilometer aan één stuk door kon hardlopen zónder looppauzes. Het voelde alsof ik de marathon in New York in een half uurtje had uitgelopen, zo trots was ik. Maar eigenlijk was het een stukje Singel plus een rondje Volkspark waar ik 38 minuten over deed. Maar dat maakt niet uit, confetti!feestje

Ik had eigenlijk niet eens zo veel zin om te gaan rennen die dag. Daarom lag mijn tempo veel lager dan normaal, blijkbaar moest ik dat al veel eerder doen want daardoor kon ik het veel langer volhouden. Maar meestal ben ik daar te eigenwijs voor. De laatste paar keren liep ik intervallen van elf, nog eens elf en acht minuten met tussendoor twee minuten wandelen. Rond de negen minuten begon ik me dan al af te vragen waar dat verdomde piepje bleef omdat ik zo buiten adem was. Maar nu kreeg ik het eerste piepje te horen en was ik vooral heel verrast dat ik nog kon ademen. Dus plakte ik die twee minuten er ook maar meteen achteraan. En bij het volgende piepje ging het wéér heel goed. Toen ik hoorde dat ik rond de drie kilometer zat (die mevrouw van Runkeeper houdt dat allemaal heel goed bij) wilde ik door blijven gaan als een baas, want nu was ik al over de helft. Op een gegeven moment raakte ik behoorlijk afgepeigerd, gelukkig gaf Foo Fighters me een schop onder mijn kont met hun nummer Walk. Dat is het beste hardloopnummer ooit als je het mij vraagt. Als je trouwens een meisje heel intens ‘i neverrrr wannaaa dieeee I NEVAA WANNA DIEE’ (rond 4:00 in onderstaand filmpje; pure liefde) ziet playbacken tijdens het rennen dan ben ik dat waarschijnlijk.

Toen ik ook het rondje Volkspark had overleefd, was ik er wel een beetje klaar mee. Al rennend probeerde ik het ritsje van het ienieminiheuptasje open te maken om op mijn telefoon te kunnen zien of ik de vijf kilometer al had aangetikt (dat is best moeilijk, het zag er waarschijnlijk ook heel debiel uit). Maar nee, 4.75 kilometer. BIJNA. Maar ik vond het echt he-le-maal niet leuk meer. En toen zo ineens, alsof de goden zagen hoe moeilijk ik het had, zaten daar plots twee bouwvakkers met klapstoeltjes op de stoep te lunchen. Alsof ik nu echt een marathon in New York liep (zo zag ik er waarschijnlijk wel uit) klapten ze uitbundig in hun handen en moedigden ze me aan. Dankjewel, lieve bouwvakkers, jullie maakten de laatste paar meters iets minder hels. Met It’s just a matter of time uit mijn oordopjes vloog ik over de denkbeeldige finish en dacht ik ‘YES nu heb ik weer iets om een blog over te schrijven’.

i never wanna dieee

Back to Top