Komt een meisje bij de apotheker
In 2013 heb ik mij laten testen op ADD. In deze blogserie beschrijf ik mijn ervaringen vanaf het eerste moment dat ik eind 2012 een afspraak maakte bij de dokter en waarom ik dat deed, en hoe het diagnose-proces verder verliep.
ADD onderzoek serie
Deel 1: “Komt een meisje bij de dokter”
Deel 2: “Komt een meisje bij de psycholoog”
Deel 3: “Komt een meisje bij de psychiater”
Deel 4: “Komt een meisje bij de apotheker”
Deel 4
Iedereen voelt meteen de dwangmatige behoefte om zijn mening te uiten wanneer de pepernoten weer in de winkel liggen (“Nu al pepernoten in de winkel? Schande, veel te vroeg!” “Het zijn kruidnoten, geen pepernoten!”). Ik ben gewoon blij met de pepernoten. Zo gaat dat ook met ADD en ADHD; ik merk nu pas dat het best een gevoelig onderwerp is waar veel verschillende mensen veel verschillende dingen over te zeggen hebben. Als het in het nieuws komt, is het vrijwel altijd negatief. Het wordt gezien als hype, een modeziekte, iets dat tegenwoordig iedereen heeft. ADHD zou zelfs een verzonnen ziekte zijn om de farmaceutische industrie een boost te geven. Zembla maakt er docu’s over die kort vertaald kunnen worden naar dit. Met als gevolg dat er veel onwetendheid is en ik lastig gevallen word met ongevraagd advies of (goed bedoelde) rotopmerkingen. Vind ik niet leuk.
Beetje druk
In de ADD-blogjes die ik zo nu en dan schrijf ben ik daarom juist uiterst positief. Ik bedoel, halló, als ik dan toch een labeltje heb, wil ik wel dat het een tof imago heeft. Dus ik zie het als mijn taak om het negatieve gezeur recht te zetten. Volgens mij gaat het allemaal al verkeerd bij de misvatting dat ADHD betekent dat je gewoon een beetje druk bent. En dat wanneer je ADD hebt je vaak dromerig bent. Zo in het dagelijks leven lijkt dat misschien zo maar behind the scenes zit ik jankend achter mijn laptop omdat dat stomme *^$(#-verslag niet lukt want mijn hoofd loopt over van alle details. Dromerig uit het raam staren naar een eekhoorn zou op zo’n moment een godsgeschenk zijn, hoor. En dan heb ik het nog niet eens over de rekeningen die ik vergeet te betalen; de vuilnisbelt waar ik zo nu en dan (oké, vaak) in leef en het constant opgejaagde gevoel. Natuurlijk heeft het ook wel leuke kanten: ik kan als de beste honderd dingen tegelijk doen, ik verveel me nooit en ik heb gigantisch veel doorzettingsvermogen. ADD superpowers zijn de shit, je zou bijna jaloers worden. Maar het is ook wel moeilijk om in een wereld te leven die totaal niet op jou is ingesteld. Dat gevoel heb ik vaak althans.
Doe maar normaal
Hippie’s roepen dat al die hokjes en labeltjes helemaal niet goed zijn, stigmatiserend, enzo. Dat men te veel verlangt naar een bepaalde norm waar iedereen aan moet voldoen. En als je mensen dan een labeltje geeft, omdat ze van de norm afwijken want ze zijn ‘een beetje druk’, haal je het unieke weg en geef je ze het stigma van een psychiatrische patiënt mee. Dit hoor en lees ik zó vaak. Ik begrijp wel dat het goed bedoeld is, maar ik word altijd een beetje boos als iemand mij zo’n artikel stuurt (echt mensen, doe dat niet, niet goed voor mijn bloeddruk). Sinds ik weet dat ik ADD heb, is er namelijk een hele last van mijn schouders afgevallen omdat ik niet meer hoef te voldoen aan die norm (wat dat dan ook mag zijn). Eerst moest ik van mijzelf bijvoorbeeld 15 studiepunten per kwartiel halen en bij wijze van spreken elke avond de afwas doen, want dat doet de rest toch ook? Nu weet ik dat dat gewoon niet haalbaar is en heb ik de lat lager gelegd. Gevolg: minder falen, meer blijheid! En als je AD(H)D hebt, voelde je je sowieso altijd al anders dan de rest, nu zie ik mij dus écht niet plotseling als een psychiatrische patiënt hoor. Ik vind mijzelf juist een stuk leuker, na alle studievertraging had ik mijzelf al de stigma’s ‘dom’, ‘lui’ en ‘ongemotiveerd’ gegeven. Maar dat valt dus blijkbaar wel mee, ik heb alleen maar ADD.
Kiddie coke
O ja, ik kwam dus bij de apotheek! Want AD(H)D en medicijnen zijn vaak onlosmakelijk met elkaar verbonden. Ik had al het bekende Ritalin gehad (werkte niet) en daarna een ander type medicijn (werkte beter, maar niet optimaal) dus ik probeer nu medicijn #3. En terwijl ik dit typ voel ik me lichtelijk awkward omdat ik het gevoel krijg dat ik dat niet zo maar mag vertellen. Terwijl dat onzin is, want als ik nu blaasontsteking zou hebben, zou ik vertellen dat ik aan de antibiotica zat en dan was dat de normaalste zaak van de wereld. Het imago van Ritalin en soortgelijke medicijnen is niet al te positief, wederom door negatief nieuws van (bevooroordeelde) journalistiek. Veel gehoorde quote: “Het is hetzelfde als cocaïne!!1!1!”. Bezorgde burgers vragen zich af of het allemaal wel nodig is. Want die hebben ergens op internet gelezen dat twee keer vis eten in de week hetzelfde effect heeft. Houd toch op, zeg. Ik heb het niet nodig in die zin dat ik niet normaal kan functioneren zonder, maar tijdens koorts heb je ook geen aspirientje nódig. Het maakt het alleen wel een stuk dragelijker om door je griep te komen. En zo moet je het ook zien, denk ik. Het is niet de oplossing maar wel een goed hulpmiddel om uiteindelijk je gedrag positief te veranderen.
Er zal vast wel een kern van waarheid in het negatieve nieuws zitten. Kinderen die het eigenlijk niet nodig hebben maar wel medicijnen krijgen voorgeschreven, verkeerde diagnoses, mensen die hun medicijnen doorverkopen. Ik geloof dat best. Maar kunnen we het allemaal een beetje relativeren, misschien? Alsjeblieft? O ja! En ik heb ook nog positief ADHD-nieuws, want ik ga in oktober met mede-ADHD’er Suzanne naar de lancering van het eerste ADHD glossy, yay!