Recept: Taboulé (Salade met bulgur)
Ik ben altijd een beetje teleurgesteld als mijn eten er niet zo mooi uit ziet als het eten op de foto uit het kookboek, hihi.
Vanavond aten we bulgur. Bulgur? Ik had er nog niet eerder van gehoord maar het is een soort van couscous alleen dan iets dikker. En het is heel lekker! En ook niet geheel onbelangrijk, het is supergezond. Het volgende recept is een traditioneel Arabisch gerecht en komt uit het kookboek Vegalicious.
Ingrediënten voor 4 personen:
150 gram bulgur (te koop bij natuurwinkels of buitenlandse zaakjes)
2 bosjes platte peterselie
1 bos munt
1/2 geschilde ontpitte komkommer
1 bosje gesnipperde lente-uitjes
Het sap van 2 citroenen
0,75 dl olijfolie
300 gram kerstomaatjes
Peper en zout
Tip: als je niet voor de vegan-friendly variant wil gaan, dit gerecht is superlekker met wat verkruimelde feta er doorheen.
Bereid de bulgur volgens de bereidingswijze op de verpakking. In het recept uit het kookboek stond dat je de bulgur een uur lang moest laten wellen in heet water, dit duurde mij iets te lang, na 20 minuten vond ik de bulgur ook goed genoeg. Op internet kan je nog veel meer verschillende bereidingswijzen vinden.
Snij de peterselie en munt fijn en meng dit door de uitgelekte bulgur. Voeg vervolgens de gesneden lente-uitjes en komkommer toe. Maak de dressing door het citroensap en de olijfolie te mengen, voeg er peper en zout aan toe. Ik voegde er ook nog wat knoflookpoeder aan toe. I loooove knoflook. Meng de dressing door de bulgur. Verdeel over borden en leg er de tomaatjes op. Jammie!
Ik ben ook zo’n sukkel soms. Pas toen ik de salade bijna op had, kwam ik er achter dat ik de lente-ui en komkommer vergeten was door de bulgur te mengen. Oeps. Maar desondanks was het wel erg lekker, de volgende keer maak ik hem wel helemaal goed en dan smaakt ‘ie vast nóg beter. (Update: vandaag maakte ik hem wel helemaal goed en hij was nog 3879 keer lekkerder, mjamm) Voor de keukenprins(es)jes: weten jullie nog meer lekkere recepten met bulgur?
Bron: uit het kookboek ‘Vegalicious‘ (p. 94)