Rondkomen met een studentenbudget

“Hey Iris, waar leef jij eigenlijk van?” In tegenstelling tot wat sommige mensen denken, heb ik geen rijke vriend met een fantastische baan en zit ik niet heel de dag op mijn luie reet te online shoppen met zijn creditcard. We zijn beide studenten, en dat betekent dat we arme sloebers met een bijbaantjes-salaris zijn. Ik als blogger en Steve als schoonmaker. Toch zal ik niet snel zeuren dat ik graag meer geld zou willen hebben. Ik vind ons leven hartstikke leuk en comfortabel! Het grote, mysterieuze geheim van hoe wij zo fijn kunnen leven met een studentenbudget lees je in dit artikel.

studentenbudget

1. Anti-kraakhuisje

We wonen huisje-boompje-beestje in een kleine gezinswoning met een voor- én achtertuin. Ik heb zelfs de luxe dat ik mijn eigen werkplek heb want boven hebben we maar liefst drie slaapkamers. Ik krijg vaak de vraag hoe ik dat in vredesnaam kan betalen met een studentenbudget. Terwijl ik durf te gokken dat ik minder huur betaal dan een Amsterdamse student die claustrofobisch op een kamertje van negen vierkante meter zit weg te kwijnen. Niet dat je Enschede met Amsterdam kan vergelijken. Natuurlijk. Maar juist daardoor liggen de huurprijzen hier vééééél lager. Daarnaast wonen we anti-kraak (of ‘leegstandbeheer’ is eigenlijk de correcte term). Dat betekent dat dit huis binnenkort wordt gesloopt, in ons geval over twee jaar gelukkig pas. Tot die tijd kunnen wij er goedkoop wonen als we de boel netjes houden. Ik denk dat we per persoon, met de huurtoeslag eraf, iets meer dan 100 euro betalen aan huur. Daarmee wonen we dus wel in een volksbuurt waar regelmatig politieauto’s met sirenes langs zoeven. En zo nu en dan loopt er iemand rond die met een pistool zwaait*. Maar hey, het is hier in ieder geval niet saai. En de mensen die hier wonen zijn lief en staan altijd voor elkaar klaar. Zo komt onze tuinset van de buren aan de ene kant en onze tuinkussens van de buurvrouw aan de andere kant.

*Mama, als je dit leest, geen zorgen maken hoor, soms overdrijf ik een béétje. Al is het pistool-incident niet verzonnen. Maar alles kwam goed.

2. Eén keer in de week boodschappen doen

Oeh, wat gaven wij belachelijk veel geld uit aan boodschappen. Het zou nog steeds wel minder kunnen, maar omdat ik zo veel van koken en lekker eten houd, wil ik daar niet te veel op besparen. Aan het begin van de week maken we een lijstje met wat we elke dag willen eten en dan kopen we alles in één keer. Om en om betalen we per week de boodschappen die elke keer rond de 50 à 60 euro zijn ..Inmiddels is dit bedrag wat hoger, oeps. Wellicht wat aan de prijzige kant voor twee studenten, maar wij worden héél gelukkig van lekker eten, dus dat is het waard. Ik krijg vaak de vraag of ik al mijn boodschappen biologisch koop; nee dat doe ik niet. Sommige dingen koop ik standaard biologisch: citroenen, bleekselderij, wijn en dierlijke producten zoals yoghurt. Maar verder kies ik meestal voor een goedkoper huismerkproduct.

3. Dit heb/hoef ik allemaal niet:

Een rijbewijs, een auto, kinderen, een hypotheek of duur huurhuis, vakanties, veel uitgaan. En ik rook al ruim 2 jaar niet meer! Dat scheelt bakken met geld. Zo heb ik wat geld opzij kunnen zetten; dat is natuurlijk wel handig als de wasmachine kapot gaat of zoals toen de lieve Bunny von D ineens geopereerd moest worden. Ik snap écht helemaal niets van mensen die heel veel werken zodat ze een groot huis kunnen betalen waar ze alleen in kunnen slapen omdat ze de rest van de dag aan het werk zijn. Dan heb ik liever een klein huisje, maar meer vrije tijd.

4. Groen leven = Zuinig leven

Ik ben geen held in zuinig leven, want ik ben hartstikke slecht met financiële volwassen-dingen. Maar ik word wel steeds beter in groen leven. En daarmee leef je automatisch een stuk zuiniger. Zo probeer ik restjes eten te verwerken in een nieuwe maaltijd, douchen we hier altijd kort en doen we de verwarming zo min mogelijk aan. En een zak linzen is een stuk goedkoper dan vlees. Ik koop veel tweedehandse spullen. Niet altijd, hoor. Soms ben ik een heel impulsieve koper en dan moet ik gewoon NÚ iets hebben. Maar onze bank komt bijvoorbeeld van Marktplaats en als ik iets voor in de keuken nodig heb, kijk ik eerst bij de kringloopwinkel. Mijn complete werkplek heb ik destijds ingericht met spullen die ik nog had of die ik tweedehands kocht. En in plaats van dat ik oude meuk weggooi, verkoop ik het meeste weer.

5. Tevreden zijn

Ik ben heel erg tevreden met hoe wij leven. Het gaat mij natuurlijk best makkelijk af, want ik hoef niet elke week naar de bioscoop, ik ga liever met de bus dan dat ik op rijles ga en ik heb geen behoefte om in de randstad te wonen. Ik heb geen intens sociaal leven waarbij ik veel uitga of op het terras zit. En dat vind ik allemaal dikke prima. Ik ben trouwens niet altijd zo makkelijk tevreden geweest hoor, vanaf de middelbare school duikelde ik van de ene depressie in de andere. Maar als ik daar iets van heb geleerd, dan is het dat ik zó ontzettend dankbaar ben dat ik een gelukkige relatie heb, nu goed in mijn vel zit en gezond ben. Lekker cliché; maar dat is toch echt onbetaalbaar. En dat zal ik nooit voor lief nemen omdat ik weet dat het ook anders kan. Zal dat dan het grote geheim zijn waarom ik niet veel nodig heb om tevreden te zijn?

Kortom: ik heb gewoon niet zo veel geld nodig, en zo kan ik prima met een studentenbudget rondkomen. Ik hoop dat dit het mysterie heeft kunnen oplossen. Dit artikel is trouwens geïnspireerd op het mooie artikel van Mama Maai die schreef over hoe zij met een jong gezin rondkomen op één salaris. Ook leuk om te lezen!

Back to Top